Artrose

Bij artrose heeft u minder kraakbeen tussen uw gewrichten. Een gewricht verbindt twee botten met elkaar. Op de uiteinden van die botten zit een glad laagje kraakbeen zodat de gewrichten gemakkelijk kunnen buigen, draaien en strekken. Bij artrose is dit kraakbeen dunner geworden. Het oppervlakte is niet meer zo glad als eerst, maar onregelmatig geworden. Daardoor bewegen de gewrichten minder gemakkelijk.

Helaas is het onbekend wat de oorzaak van artrose is. Wel zijn er verschillende factoren die invloed hebben op het krijgen van artrose, zoals erfelijkheid, geslacht en overgewicht. Meestal komt artrose voor in slechts één of enkele gewrichten. Artrose komt voor bij:

• De heupen.
• De schouders.
• De knieën.
• De eindkootjes van de vingers.
• Onderaan uw duim.
• De rug.

Artrose is niet te genezen. Wel kunt u dingen doen waardoor de klachten afnemen:

• Als u veel pijn heeft, kunt u het gewricht even rust geven. Zorg er wel voor dat u regelmatig wat beweging in uw gevoelige gewricht krijgt. Als het iets beter gaat, kunt u uw dagelijkse bezigheden langzaam weer oppakken.
• Een wandelstok gebruiken als u klachten heeft door artrose in uw heup of knie.
• Om de klachten te verminderen, is beweging essentieel. Ook voorkomt bewegen dat klachten terugkomen of verergeren. U kunt oefeningen doen om uw spieren rondom het gewricht meer stevigheid te geven. Hierdoor kan het gewricht meer verdragen en is het minder pijnlijk. Overdrijf deze oefeningen niet, zo voorkomt u overbelasting.
• Een andere hobby of een ander beroep kiezen om het pijnlijke gewricht te ontlasten. Als uw klachten invloed hebben op uw werk, is het belangrijk dit te bespreken met uw werkgever.
• Afvallen bij overgewicht. Overgewicht zorgt voor extra belasting op uw gewrichten. Ook is het mogelijk om mee te doen aan een leefstijlprogramma. Hier leert u gezond te eten, meer te bewegen en uw gedrag te veranderen. Zo valt u gezond af. Uw huisarts kan u hierbij helpen.

Mocht uw pijn na een tijd erger worden, dan kunt u paracetamol gebruiken. Kijk voor de juiste dosering op de bijsluiter of op het doosje van het medicijn. Als dit niet genoeg helpt, kunt u een ibuprofen, naproxen of diclofenac gebruiken. Vraag aan uw huisarts of u deze drie pijnstillers mag gebruiken als u ouder bent dan 60 en nog een andere ziekte heeft of al andere medicijnen gebruikt.

Als uw klachten lang aanhouden of verergeren, is het belangrijk om uw huisarts te contacteren. Uw huisarts herkent artrose meestal al als u uw klachten uitlegt. Daarnaast zal uw huisarts uw gewrichten onderzoeken.

In sommige gevallen is een prik met een ontstekingsremmer in uw gewrichten nodig. Een operatie komt niet vaak voor, maar kan wel helpen als u het gewricht moeilijk kunt bewegen of als u ’s nachts veel pijn blijft houden. Als dit het geval is, zal de huisarts dit met u bespreken. Dan kan deze u verwijzen naar een orthopedisch chirurg. Deze chirurg onderzoekt uw gewricht en bespreekt met u welke behandeling mogelijk is.